Inleiding

In de vorige les hebben we de Misjna behandeld en verwezen naar de openingswoorden van de Gemara. Deze woorden werpen belangrijke vragen op over de tijd van het Sjema, het dagelijkse gebed dat een centrale rol speelt in het Joodse leven. Laten we deze vragen kort herhalen en dieper ingaan op de antwoorden die de Gemara biedt.

 

Het Uitgangspunt van de Tanna

De Tanna, de leraar van de Misjna, begint zijn verhandeling met een vraag over het avond-Sjema: “Vanuit welk uitgangspunt gaat de Tanna uit in zijn vraag over de tijd van het Sjema?” Daarnaast rijst de vraag waarom hij begint met het avond-Sjema en niet met het ochtend-Sjema.

De Tanna baseert zich op de Schrift, waar staat: “Wanneer u neerligt en wanneer u opstaat.” Hieruit leidt hij af dat het reciteren van het Sjema begint bij “neerliggen”—dus ’s avonds. Hij verbindt dit ook met de schepping van de wereld, waar staat: “En het was avond en het was ochtend, één dag.” Dit schept een Bijbelse precedent voor het beginnen van de dag vanaf de voorgaande avond. Maar de Gemara twijfelt aan deze logica, vooral omdat het laatste deel van de Misjna niet consistent lijkt met dit principe.

 

De Volgorde van de Sjema Gebeden

De Gemara stelt terecht dat als de dag inderdaad ’s avonds begint, de Tanna dan eerst het avond-Sjema zou moeten behandelen. De Tanna kiest echter voor een andere aanpak: hij begint met het avond-Sjema, gaat vervolgens over op het ochtend-Sjema, en legt tijdens deze uitleg de details van het ochtend-Sjema uit. Daarna keert hij terug om de details van het avond-Sjema te bespreken.

 

De Tijd van de Teruma

Een belangrijk detail dat de Misjna aanhaalt, is het moment waarop de priesters hun huizen binnengaan om de teruma, het heffingsoffer, te eten. Dit gebeurt wanneer de sterren verschijnen. De Gemara stelt de vraag waarom de Misjna niet simpelweg vermeldt dat de priesters teruma eten “vanaf het moment dat de sterren verschijnen.” Het antwoord is dat de Misjna hiermee extra informatie wil geven: het eten van teruma door een priester die onrein was, is toegestaan vanaf zonsondergang, en is niet afhankelijk van het brengen van een verzoeningsoffer de volgende dag.

 

De Stadia van Reiniging voor de Priester

Om dit goed te begrijpen, moeten we de drie stadia van reiniging voor een onreine priester in acht nemen:

  1. Tevilla—het baden in een mikve.
  2. He’arev Shemesh—de ondergang van de zon op dezelfde dag.
  3. Hava’at Kappara—het brengen van een verzoeningsoffer de volgende dag.

De Misjna impliceert dat zodra de priester het rituele bad heeft genomen en de zon is ondergegaan, hij geschikt is om van de teruma te eten. Het verzoeningsoffer, dat de volgende dag wordt gebracht, is slechts een verdere verplichting en verhindert hem niet om dit voorrecht uit te oefenen.

 

De Grondige Analyse van de Schrift

De Gemara onderzoekt vervolgens de Bijbelse basis voor de bewering dat de tijd voor het eten van teruma begint bij zonsondergang. De wijzen van de Gemara onderwierpen de tradities die aan hen waren overgeleverd aan een grondige analyse. Ze vergeleken verschillende authentieke bronnen, waaronder het rabbijnse materiaal dat niet was opgenomen in de Misjna. Deze buiten de Misjna gelaten bronnen worden Baraita genoemd. De wijzen waren zeer bedreven in het detecteren van zelfs de kleinste afwijkingen in de Schrift, wat hen in staat stelde om diepgaande interpretaties te bieden.

 

Uba Hashemesh: Zonsondergang of Zonsopgang?

Een van de specifieke uitdrukkingen in de Torah die de Gemara nauwkeurig onderzoekt, is “uba hashemesh,” wat zowel kan verwijzen naar zonsondergang als naar het verschijnen van het licht bij zonsopgang. De Gemara vraagt terecht waarom we aannemen dat “uba hashemesh” naar zonsondergang verwijst in plaats van zonsopgang, wat zou betekenen dat de priester pas de volgende dag na het brengen van het verzoeningsoffer gereinigd zou zijn.

Rashi en Tosafot, twee invloedrijke commentatoren, bieden verschillende interpretaties van deze passage. Volgens Rashi is de zin “uba hashemesh” inderdaad dubbelzinnig en kan het verwijzen naar zowel zonsondergang als zonsopgang. Tosafot daarentegen vindt het niet mogelijk om “uba hashemesh” als zonsopgang te interpreteren, omdat het idiomatische gebruik consistent verwijst naar zonsondergang.

De vraag van de Gemara blijft: verwijst “uba hashemesh” naar het begin of het einde van de zonsondergang? Dit onderscheid is cruciaal voor het vaststellen van de juiste tijd voor het eten van teruma en het reciteren van het Sjema.


Dit was het eerste deel van onze diepgaande bespreking van de Gemara’s uitleg over de tijd van het Sjema en de rituele reiniging van priesters. In het volgende deel zullen we verder ingaan op de antwoorden die de Gemara biedt en de bredere implicaties van deze interpretaties.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *